Arbeidsrecht
15 januari 2019

Deliveroo-maaltijdbezorgers toch aangemerkt als werknemers?

JPR advocaten
Deliveroo-maaltijdbezorgers aangemerkt als werknemers? | JPR Advocaten

Een half jaar geleden kwam de Rechtbank Amsterdam nog tot het oordeel dat een maaltijdbezorger van Deliveroo moest worden aangemerkt als opdrachtnemer. Gisteren kwam een kantonrechter in dezelfde rechtbank in een andere zaak echter tot een ander oordeel. Volgens de rechter is de verhouding tussen Deliveroo en haar maaltijdbezorgers toch als arbeidsovereenkomst aan te merken.

Deze week kwam de kantonrechter bovendien in een andere uitspraak ook nog tot het oordeel dat Deliveroo onder de werkingssfeer van de CAO Beroepsgoederenverkeer valt. Deliveroo moet deze CAO dan ook op haar maaltijdbezorgers toepassen.

De situatie bij Deliveroo

Deliveroo is een digitaal platform waarop klanten maaltijden kunnen bestellen. Deze maaltijden worden door de maaltijdbezorgers van Deliveroo bij de klant thuis bezorgd. Eenieder kan zich op het platform van Deliveroo aanmelden als bezorger.   

Begin 2018 heeft Deliveroo besloten de arbeidsovereenkomsten met haar maaltijdbezorgers niet te verlengen en in plaats daarvan nog slechts overeenkomsten van opdrachten met hen te sluiten.
FNV is van mening dat de verhouding tussen Deliveroo en haar maaltijdbezorgers nog steeds als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt en spande dan ook bovengenoemde rechtszaken aan.

De beoordeling: overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst

De vraag of werkzaamheden op basis van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht worden verricht, speelt een grote rol bij werk dat door middel van een platform (zoals app of website) wordt georganiseerd. Een platformarbeider heeft namelijk zowel kenmerken van een werknemer als van een opdrachtnemer.

Van een arbeidsovereenkomst kan volgens de wet worden gesproken als:

‘sprake is van een overeenkomst waarbij de ene partij (de werknemer) zich verbindt in dienst van de andere partij (de werkgever) tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.’

Bij de beoordeling of hieraan wordt voldaan, moet worden gekeken naar alle omstandigheden van het geval. Hierbij dient niet slechts te worden gekeken naar wat partijen voor ogen stond bij het aangaan van de overeenkomst, maar ook hoe partijen daadwerkelijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. Meestal is het grootste geschilpunt in deze afweging of sprake is van ‘in dienst van’, ook wel de ‘gezagsverhouding’ genoemd.
In de afweging worden dan ook bijvoorbeeld de volgende factoren meegenomen:

  • is de arbeider verplicht zelf het werk te verrichten of mag hij het werk door iemand anders laten verrichten;
  • heeft de arbeider meerdere opdrachtgevers;
  • kan de arbeider zelf bepalen of hij werk aanneemt;
  • gebruikt de arbeider eigen gereedschappen/hulpmiddelen;
  • krijgt de arbeider loon doorbetaalt tijdens vakanties;
  • etc.

Gevolgen arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht

Een opdrachtnemer heeft meer vrijheid dan een werknemer; een opdrachtnemer kan immers (meestal) zelf bepalen wanneer werk wordt aangenomen, hoe het werk wordt verricht en hij/zij is vaak niet verplicht het werk zelf uit te voeren. Een werknemer is echter arbeidsrechtelijk beter beschermd. Een werknemer heeft immers onder andere recht op loondoorbetaling tijdens ziekte, is verzekerd voor werknemersverzekeringen, kan onder een CAO vallen en heeft ontslagbescherming. Voor veel arbeiders is het dan ook voordeliger een arbeidsovereenkomst te hebben.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter komt nu tot het oordeel dat de maaltijdbezorgers over het algemeen toch als werknemers moeten worden aangemerkt.

In eerste instantie lijken de verhoudingen – op basis van de overeenkomsten – meer op overeenkomsten van opdracht. In de praktijk blijkt dat echter toch anders te liggen. Zo blijkt dat de vrijheid om opdrachten te mogen weigeren minder groot is dan het contract suggereert, met name doordat maaltijdbezorgers die goed presteren en veel beschikbaar zijn een aantal voordelen krijgen. Bovendien blijkt ook dat van de mogelijkheid van een maaltijdbezorger om zich door een ander te laten vervangen in de praktijk vrijwel geen gebruik kan worden gemaakt. Verder speelt mee dat het door Deliveroo opgestelde contract niet onderhandelbaar is en Deliveroo praktisch alle mogelijke instructies geeft aan haar maaltijdbezorgers. Dat dit geen concrete aanwijzingen per geval zijn, doet hier niet aan af. Bovendien acht de kantonrechter het feit dat de maaltijdbezorgers geen kleding en maaltijdboxen van Deliveroo hoeven te dragen/gebruiken niet van zodanig belang dat hierdoor zou moeten worden geoordeeld dat geen sprake zou zijn van een gezagsverhouding. Van zelfstandig ondernemerschap is volgens de kantonrechter tot slot geen sprake.

Relevant voor platformeconomie

De kantonrechter lijkt bij de invulling van de norm ‘gezagsverhouding’ meer rekening te houden met de ontwikkeling van platformarbeid, waarbij – zoals de rechter dat verwoord – vaak eenvoudig ongeschoold standaardwerk wordt verricht. In hoeverre het platform concreet aanwijzingen per geval kan geven legt dan minder gewicht in de schaal bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst.

In de praktijk bestaat behoefte aan platformarbeid. Het lijkt er echter op dat aanpassing van de huidige arbeidswetgeving noodzakelijk is om platforms in hun huidige vorm goed te kunnen laten functioneren. Of het sneller aanmerken van platformarbeiders als werknemers de oplossing is, is echter de vraag. De flexibiliteit van het werken via platforms wordt hiermee immers flink ingeperkt.

Wellicht dat er – net als in Engeland – beter een derde categorie arbeiders met eigen rechten en plichten kan komen, een vorm tussen een werknemer en een opdrachtnemer in. Dan zal de wetgever dus wel eerst aan de slag moeten.

Tot slot

Deliveroo heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan. Het laatste woord is hier dus nog niet over gezegd. Tot die tijd – en zolang de lijn van deze uitspraken in de toekomst wordt voortgezet – zullen veel arbeidsplatforms nog eens goed naar hun manier van werken moeten kijken, mochten zij niet als werkgever willen worden aangemerkt.

Heeft u in de tussentijd een vraag met betrekking tot (platform)arbeid? Neem dan gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.