Gezamenlijke lening van de bank: samen uit, samen thuis?

Wat is er aan de hand? Als een groep mensen samen uit eten gaat kan de vraag opkomen: betaalt iedereen dan zijn eigen deel of betaalt iedereen een gelijk deel? Die vraag speelt ook als meerdere vennootschappen samen aansprakelijk zijn voor een lening van de bank en die moet worden afgelost. Wie voelt het dan tot welk bedrag in de portemonnee? Dat gaat over de vraag wie uiteindelijk draagplichtig is. Moet je dan kijken naar wie wat heeft gekregen of moet iedere vennootschap hetzelfde bedrag dragen?

Wat staat er in de wet?

De hoofdregel in de wet is gelijke delen. De bank stelt echter bijna altijd als voorwaarde dat alle vennootschappen binnen een concern hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de lening. Dat betekent dat iedere vennootschap door de bank kan worden verzocht de gehele lening terug te betalen. Wie meer dan een gelijk deel betaalt, kan het te veel betaalde deel bij de anderen terugvorderen. Dat heet regres. De wil bank wil zich daar verder niet meer mee hoeven bemoeien.

Vaak is het zo dat de ene vennootschap meer profijt van het krediet heeft gehad dan de andere vennootschap. Bijvoorbeeld als een vennootschap die met behulp van het krediet iets heeft aangeschaft dat alleen door die vennootschap is gebruikt voor haar bedrijfsvoering. Is gelijke delen dan wel nog wel eerlijk?

Wat zegt de rechter?

Als je goed kunt beargumenteren waarom een gelijke verdeling niet eerlijk is, moet je daar rekening mee houden bij de onderlinge draagplicht. In een zaak bij de Hoge Raad had de ene vennootschap een bedrag geleend om zelf een pand te kopen, maar dat pand werd vervolgens wel door andere vennootschappen gebruikt zonder daar een vergoeding voor te betalen. Die profiteren dan mee, maar niet direct. De Hoge Raad geeft aan dat indirect profijt van een lening ook een rol kan spelen bij de beoordeling van de onderlinge draagplicht. De uitspraak van de Hoge Raad lees je hier.

Hoeveel profijt een vennootschap van een lening heeft gehad blijft een lastige vraag. De Hoge Raad helpt ons daar ook niet verder mee. Het antwoord op die vraag hangt af van alle omstandigheden van het geval en leent zich niet voor precisering in het algemeen. Vennootschappen kunnen daarom het beste onderling afspraken maken. De advocaten van JPR weten daar raad mee en adviseren graag. Wij kunnen jou ook helpen als aan het eind van de rit “de pijn” eerlijk moet worden verdeeld. Neem direct contact met ons op.