Arbeidsrecht
27 december 2022

Vakantiedagen meenemen naar 2023?

Pascal Hulsegge

De hoeveelheid vakantiedagen is en blijft onderwerp van gesprek op de werkvloer. Aan het einde van ieder kalenderjaar komen de vragen omtrent de vakantiedagen weer voorbij. Hoeveel vakantiedagen mag je meenemen naar het volgende jaar? Vervallen de vakantiedagen binnen een bepaalde termijn? Welke verplichtingen gelden voor de werkgever bij het opnemen van vakantiedagen? In deze blog geven wij antwoord op bovenstaande vragen.

Wettelijke vakantiedagen

Op basis van de wet heeft iedere werknemer recht op vier keer de wekelijkse arbeidsduur. Bij een fulltime dienstverband heeft de werknemer in dat geval recht op minimaal 20 vakantiedagen (40 x 4 = 160 uur = 20 dagen). Voor een werknemer met een parttime dienstverband wordt het minimum vakantiedagen naar rato van de omvang van het dienstverband berekend.


De werknemer mag de resterende wettelijke vakantiedagen aan het einde van het kalenderjaar meenemen naar het volgende kalenderjaar. Dit kan echter niet onbeperkt. De gedachte van de wetgever is dat werknemers zoveel mogelijk de vakantiedagen moeten opnemen in het jaar waarin deze dagen zijn opgebouwd. Dit komt de gezondheid en het welzijn van de werknemers immers ten goede. Om die reden vervallen de meegenomen wettelijke vakantiedagen na zes maanden in het daaropvolgende kalenderjaar. De werknemer moet vóór uiterlijk 1 juli 2023 de wettelijke vakantiedagen opnemen. Van deze regel mag in de arbeidsovereenkomst of bij cao schriftelijk worden afgeweken.

Bovenwettelijke vakantiedagen

Naast de wettelijke vakantiedagen hebben veel werknemers een aantal extra vakantiedagen. Deze bovenwettelijke vakantiedagen worden doorgaans in de arbeidsovereenkomst of cao vastgelegd. De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren pas na vijf jaar. Dit betekent dat de werknemer de openstaande bovenwettelijke vakantiedagen meermaals kan meenemen naar het daaropvolgende jaar. Ook van deze termijn kan in de arbeidsovereenkomst of bij cao schriftelijk worden afgeweken. Daarnaast mogen de openstaande bovenwettelijke vakantiedagen worden uitbetaald door de werkgever.

Geen mogelijkheid om vakantiedagen op te nemen

Is de werknemer niet in staat om de vakantiedagen op te nemen? Dan kan een langere vervaltermijn gelden. Denk daarbij aan langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. In die gevallen moet de werknemer kunnen bewijzen dat hij vanwege arbeidsongeschiktheid niet in staat is geweest tijdig gebruik te maken van vakantie.

Er zijn ook situaties waarin de werknemer twijfelt over het opnemen van de vakantiedagen. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens de coronacrisis. Dit valt niet onder een uitzonderingssituatie. In veel van die gevallen is het niet-opnemen van vakantiedagen niet aan werkgever te wijten. In dat geval geldt de hoofderegel: de nog openstaande wettelijke vakantiedagen vervallen na 1 juli het daaropvolgende kalenderjaar.

Wat wordt van de werkgever verwacht?

De werkgever moet de werknemer voldoende in de gelegenheid stellen om vakantie op te nemen. En hij moet wijzen op de geldende vervaltermijnen. Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat de werkgever moet kunnen aantonen dat hij de werknemer voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om vakantie op te nemen. En dat hij tijdig heeft geïnformeerd over de risico’s van het niet-opnemen van de vakantiedagen. Alleen dan kan de werkgever zich beroepen op het verval van vakantiedagen.

Samenvattend

Werknemers kunnen vakantiedagen meenemen naar 2023, maar daar zijn wel vervaltermijnen aan verbonden. De werkgever moet een inspanning leveren ten aanzien van deze vervaltermijn. Dat geldt ook voor de informatievoorziening over de mogelijke risico’s.

Zijn er vragen over het meenemen van vakantiedagen? Doet een werknemer een beroep op een langere vervaltermijn? Of ontstaat onenigheid over de inspanningsverplichting van de werkgever in het kader van de vakantieplanning? Neem gerust contact op, het team arbeidsrecht van JPR Advocaten helpt u graag.

 

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.