Arbeidsrecht
12 oktober 2012

Overgangsbeleid

JPR advocaten
Overgangsbeleid | JPR Advocaten

Einde kortingsmaand op fictieve opzegtermijn bij ontbinding
Op 27 september 2012 schreven wij over het einde van de kortingsmaand op de fictieve opzegtermijn bij ontbinding (zie onderstaand). Er was toen nog niets bekend over enige vorm van overgangsrecht. Met de tweede nota van wijziging d.d. 19 oktober 2012 is dit overgangsrecht een feit. Onderdeel van het wetsvoorstel maakt inmiddels de volgende bepaling: Artikel 16, derde lid, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV blijft van toepassing op de werknemer, van wie de dienstbetrekking is geëindigd door ontbinding op verzoek van de werkgever en de datum van het verzoek tot ontbinding is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van dit artikel van die wet.

(Onderstaand artikel is geplaatst op 27-09-2012).

Einde kortingsmaand op fictieve opzegtermijn bij ontbinding
Bij de beëindiging van een arbeidsovereenkomst dient rekening te worden gehouden met de wettelijke of contractuele opzegtermijn. Deze opzegtermijn kan met een maand worden bekort indien er toestemming wordt verkregen van het UWV, met dien verstande dat de resterende termijn minimaal één maand bedraagt.

Een arbeidsovereenkomst kan ook eindigen door wederzijds goedvinden of ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Bij de beoordeling van een WW-aanvraag past het UWV dan de opzegtermijnen fictief toe, als zou zijn opgezegd. Deze fictieve opzegtermijn gaat lopen op het moment van bereiken van overeenstemming of het moment van de beschikking van de kantonrechter tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Bij toepassing van de fictieve opzegtermijn verkrijgt de werknemer op dit moment ook 1 maand korting indien de arbeidsovereenkomst is ontbonden door de kantonrechter.

Deze kortingsmaand op de fictieve opzegtermijn zorgt voor veel zogenoemde pro-forma ontbindingverzoeken. Partijen dienen een verzoekschrift en verweerschrift in dat gelijkluidend is en zonder nadere zitting worden de afspraken dan overgenomen in een beschikking ten einde de fictieve opzegtermijn te bekorten.

Deze weg van bekorting van de opzegtermijn via de kantonrechter lijkt te worden geblokkeerd.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de afgelopen tijd gewerkt aan het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging regelingen UWV. Onderdeel van het wetsvoorstel houdt kortgezegd in dat de fictieve opzegtermijn zal komen te vervallen bij een (pro forma) ontbinding via de kantonrechter. Een verkorte opzegtermijn kan dan alleen nog door toestemming van het UWV worden bereikt. Bijkomend effect is dat werknemer ook geen korting verkrijgt na een ontbinding in een procedure op tegenspraak.

Op dit moment is de datum van inwerkingtreding van de Wet gesteld op 1 januari 2013. Omdat er geen overgangsrecht lijkt te zijn, zal de Wet op 1 januari 2013 direct inwerkingtreden. Het UWV heeft door middel van een uitvoeringstoets al bepaald dat de Wet uitvoerbaar en handhaafbaar is en tevens dat de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2013 haalbaar is.

Of de Wet ook daadwerkelijk op 1 januari 2013 in werking treedt is nog niet zeker. Mocht dat wel het geval zijn, dan heeft de inwerkingtreding tot gevolg dat werknemers die nu een regeling treffen met de werkgever en instemmen met een pro forma ontbinding om een maand WW te ‘ winnen’ , de kans lopen dat zij na 1 januari 2013 pas een maand later recht hebben op een WW-uitkering. Dit nadeel komt in beginsel voor risico van de werknemer.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.