De verkoop van ‘tv-kastjes’ levert auteursrechtinbreuk op

Leonie Ouwersloot-Koster
‘Tv-kastjes’ levert auteursrechtinbreuk op | JPR Advocaten

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) heeft in het Filmspeler-arrest geoordeeld dat de verkoop van een mediaspeler, waarop add-ons zijn geïnstalleerd die het mogelijk maken om illegale content te streamen, auteursrechtinbreuk oplevert. Daarmee heeft het HvJ aan de lidstaten van de EU een vrijbrief gegeven om een einde te maken aan de verkoop van de zogenoemde ‘(tv-)kastjes’. Hierover vertellen wij u graag meer. Ook leggen we uit wat de gevolgen zijn voor verkopers en gebruikers van tv-kastjes.

Wat zijn tv-kastjes?

In de volksmond wordt het begrip ‘tv-kastje’ (of ook: ‘(tv-)box(je)’) vaak gebruikt voor een mediaspeler, waarop vaak add-ons zijn geïnstalleerd. Met deze add-ons kan de gebruiker van het kastje links vinden naar streamsites van illegale content. Dit kastje kan op de televisie worden aangesloten, zodat gebruikers van dit kastje illegaal content op de televisie kunnen streamen. Het gebruik van tv-kastjes is voor velen zeer verleidelijk, nu daarmee de nieuwste films en series kunnen worden bekeken, voordat deze films en series in de bioscoop, op televisie of op een DVD zijn verschenen.

Filmspeler

Het bedrijf Filmspeler houdt zich bezig met de verkoop van een zodanig tv-kastje, dat ook de naam ‘Filmspeler’ draagt. Stichting Brein heeft Filmspeler gesommeerd om de verkoop van de Filmspelers te staken. Filmspeler daarentegen nam de stelling in dat de verkoop van de Filmspelers is toegestaan. Dit leidde tot een gerechtelijke procedure. Ten tijde van deze procedure was het Britt Dekker-arrest  nog niet gewezen (zie ook ons artikel over dit arrest). Dit is een belangrijk gegeven, omdat toentertijd nog niet duidelijk was of linken naar illegaal content toegestaan was. De Nederlandse rechter deed dan ook nog geen uitspraak in het geschil tussen Filmspeler en Stichting Brein, maar stelde prejudiciële vragen aan het HvJ.

De eerste prejudiciële vragen

Met de eerste tweede prejudiciële vragen wenst de Nederlandse rechter te vernemen of de verkoop van de Filmspeler een ‘mededeling aan het publiek’ vormt in de zin van art. 3 Auteursrechtrichtlijn. Als hiervan sprake is, dan kunnen auteursrechthebbenden de verkoop van de Filmspeler verbieden.

Het HvJ geeft aan dat de verkoop van de Filmspeler, waarop add-ons zijn geïnstalleerd die links bevatten naar illegaal content, een mededeling aan het publiek vormt in de zin van art. Auteursrechtrichtlijn. Het HvJ verwijst onder meer naar het Britt Dekker-arrest, waarin onder meer is bepaald dat het linken naar illegaal content auteursrechtinbreuk oplevert wanneer de linkende partij een winstoogmerk heeft. Het HvJ constateert dat Filmspeler een winstoogmerk heeft bij de verkoop van de Filmspelers. Dat blijkt onder meer uit de reclameboodschappen van Filmspeler.

De overige prejudiciële vragen

Met de derde en vierde prejudiciële vraag wenst de Nederlandse rechter te vernemen of de verkoop van de Filmspelers kan worden aangemerkt als een tijdelijke reproductie in de zin van art. 5 lid 1 Auteursrechtrichtlijn. Indien dit het geval is, kan de verkoop van de Filmspeler wel eens zijn toegestaan.

Art. 5 lid 1 Auteursrechtrichtlijn vereist kort gezegd onder meer dat de tijdelijke reproductie (1) het doel heeft om het rechtmatig gebruik van auteursrechtelijke werken te bevorderen en (2) geen zelfstandige economische waarde bezit. Uit de rechtspraak blijkt voorts dat (3) een tijdelijke reproductie geen afbreuk mag worden gedaan aan de belangen van de rechthebbenden.

Volgens het HvJ is in het geval van Filmspeler geen sprake van een tijdelijke reproductie. Er is (1) geen sprake van rechtmatig gebruik, nu de auteursrechthebbenden geen toestemming hebben gegeven voor het gebruik van hun content. Daarnaast bezit (2) de reproductie van de Filmspeler wel degelijk economische waarde. Gelet hierop doet de werking van de Filmspelers (3) afbreuk aan de belangen van de auteursrechthebbenden.

Gevolgen voor verkopers van illegale tv-kastjes

Als gevolg van het Filmspeler-arrest, kan de verkoop van de tv-kastjes auteursrechtinbreuk opleveren. Auteursrechthebbenden kunnen hierdoor hun auteursrechten inroepen jegens de verkopers van de tv-kastjes. Dat betekent onder meer dat de auteursrechthebbenden de verkoop van de tv-kastjes kunnen verbieden. Tevens kunnen de auteursrechthebbenden van de verkopers vorderen dat de verkopers de winst afdragen die de verkopers hebben gemaakt met de verkoop van tv-kastjes.

Gevolgen voor gebruikers van illegale tv-kastjes

Het HvJ heeft nog geen uitspraak gedaan over de vraag of het bekijken van illegale content, door deze content te streamen, is toegestaan. Het ligt voor de hand dat dit niet is toegestaan, nu het HvJ in het ACI/ADAM-arrest kort gezegd heeft bepaald dat het downloaden van illegale content niet is toegestaan. Dat brengt met zich dat het gebruik van tv-kastjes, zoals de Filmspeler, tevens auteursrechtinbreuk oplevert.

In Nederland worden de gebruikers van illegale content, zoals de streamers en downloaders, nog niet adequaat ‘bestraft’. In onze buurlanden kan het gratis downloaden of streamen van één aflevering van uw favoriete serie (waarvoor de rechthebbende geen toestemming heeft gegeven) al het gevolg hebben dat u een schadevergoeding dient te betalen ter hoogte van enkele honderden euro’s. Het is dan ook raadzaam om de ontwikkelingen op dit terrein goed in de gaten te houden.’

Conclusie

Het HvJ is de auteursrechthebbenden weer tegemoetgekomen. De verkoop van de tv-kastjes, zoals de Filmspeler, kan auteursrechtinbreuk opleveren. Net als het linken naar illegale content.

Hebt u twijfels over de vraag of u, of uw organisatie, met het gebruik van bepaalde content of software auteursrechtinbreuk maakt, dan kan JPR u daarin adviseren. Vooral in het geval van mogelijke auteursrechtinbreuk, valt het aan te bevelen om preventief op te treden nu een auteursrechtinbreuk kan leiden tot een verplichting tot het afdragen van een flinke schadevergoeding.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.