Verzekeringsrecht
5 december 2016

Hagelstenen zo groot als tennisballen. Verzekerd?

Manon Pluymen
Hagelstenen zo groot als tennisballen | JPR Advocaten

Recentelijk heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een juridisch geschil met betrekking tot hagelschade. In deze blog bespreek ik deze uitspraak: Rb. Rotterdam (vzr.) 4 november 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:8456.

Feiten

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft op 4 november 2016 een interessant vonnis gewezen in een kort geding. Het ging om het hiernavolgende.

Een melkveehouderij in Someren, een plattelandsgemeente in Noord-Brabant, heeft bij Interpolis een ‘Bedrijven Compact Polis Agrarisch’ afgesloten. Deze verzekering biedt, zo volgt uit de verzekeringsvoorwaarden, dekking tegen schade veroorzaakt door storm, maar niet voor schade die tijdens een storm door de inslag van hagel is ontstaan. Onder ‘hagel’ wordt op grond van de verzekeringsvoorwaarden verstaan: ‘neerslag in de vorm van ijskorrels’.

De melkveehouderij heeft géén afzonderlijke verzekering voor hagelschade afgesloten. Hij had dit wel kunnen doen; het zou hem slechts € 100,00 op jaarbasis hebben gekost.

De melkveehouderij heeft dus wél:

  • verzekeringsdekking voor schade veroorzaakt door storm.

De melkveehouderij heeft geen:

  • verzekeringsdekking voor schade veroorzaakt door neerslag in de vorm van ijskorrels tijdens een storm.
  • aparte hagelschadeverzekering afgesloten.

Op 23 juni 2016 is Someren getroffen door storm en zware buien, die tezamen worden aangeduid als een ‘supercell’. Tijdens die storm en buien is schade – in de vorm van gaten – ontstaan aan de daken van de veestal van de melkveehouderij. De schade wordt begroot op € 94.988,66.

De melkveehouderij heeft op 24 juni 2016 bij Interpolis melding gemaakt van de schade. Interpolis heeft geweigerd om uit te keren, omdat de schade niet onder de dekking van de verzekering zou vallen. Interpolis stelt zich op het standpunt dat sprake is van hagelschade.

Het oordeel van de voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter overweegt dat, ter oplossing van het juridische geschil, twee rechtsvragen moeten worden beantwoord:

  1. Is de schade aan de veestal überhaupt veroorzaakt door hagel in de zin van de verzekeringsvoorwaarden? Met andere woorden: is de schade veroorzaakt door ‘neerslag in de vorm ijskorrels’? De melkveehouderij betoogt dat de hagelstenen zo groot waren dat niet van ijskorrels gesproken kan worden.
  2. Als sprake is geweest van ‘neerslag in de vorm van ijskorrels’, bestaat er dan misschien toch verzekeringsdekking, omdat de schadeoorzaak de uitzonderlijk zware storm is geweest? In de uitzonderlijke zware storm zouden de uitzonderlijk grote hagelstenen zich gevormd hebben.

Ten aanzien van punt 1

De eerste vraag wordt door de voorzieningenrechter bevestigend beantwoord in r.o. 4.6 van het vonnis. De voorzieningenrechter overweegt dat de grootte van de ‘ijskorrels’ er niet toe doet: het blijft hagel.

Ten aanzien van punt 2

De tweede vraag wordt door de voorzieningenrechter met ‘nee’ beantwoord. De voorzieningenrechter past de dominant cause-leer toe. Hieruit volgt volgens de voorzieningenrechter dat niet de storm, maar de hagel (neerslag in de vorm van ijskorrels) als de rechtens relevante schadeoorzaak moet worden aangewezen.

Samengevat

Samengevat komt het oordeel van de voorzieningenrechter op het volgende neer: er is op 23 juni 2016 te Someren sprake geweest van hagel in de zin van de verzekeringsvoorwaarden en de hagel is aan te merken als de rechtens relevante schadeoorzaak. Er bestaat derhalve géén verzekeringsdekking voor de schade. De vordering van de melkveehouderij werd dientengevolge afgewezen.

Slot

Uitlegkwesties behoren tot de meest ingewikkelde kwesties die zich in het schadeverzekeringsrecht kunnen voordoen. Verzekeraars zou ik daarom willen aanraden om de verzekeringsvoorwaarden die op hagelschade betrekking hebben nog eens te controleren op duidelijkheid.

U kunt de besproken uitspraak hier zelf nalezen.

Meer lezen

Zie eventueel ook over hagelschade:

Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) 11 augustus 2016, nr. 2016-362.

Deze uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid lijkt strijdig te zijn met een eerdere uitspraak van de Geschillencommissie:

Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid) 2 september 2013, nr. 2013-265.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.