De AOW-gerechtigde werknemer komt als eerste voor ontslag in aanmerking

JPR advocaten
De AOW-gerechtigde wordt eerder ontslagen | JPR Advocaten

Zo is het Ontslagbesluit met ingang van 1 april 2014 gewijzigd. Vanaf dat moment zullen AOW-gerechtigde werknemers het eerst voor ontslag moeten worden voorgedragen in geval van een ontslag om bedrijfseconomische redenen in de categorie uitwisselbare functies waarbinnen zij werkzaam zijn.

De situatie dat een AOW-gerechtigde werknemer in dienst blijft terwijl een werknemer, die voor zijn inkomen is aangewezen op arbeid, wordt ontslagen, wordt daarmee voorkomen.

Bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen zal dan ook een extra leeftijdsgroep worden gevormd in het kader van het afspiegelingsbeginsel. De leeftijdsgroep 55+ wijzigt in de leeftijdsgroep 55 t/m de AOW-gerechtigde leeftijd. De extra groep wordt dan gevormd door de leeftijdsgroep AOW-gerechtigden.

Het gevolg van de wijziging van het Ontslagbesluit zal dus zijn dat binnen een categorie uitwisselbare functies de AOW-gerechtigden het eerst voor ontslag in aanmerking komen. Als er minder arbeidsplaatsen vervallen dan er in de betreffende categorie uitwisselbare functies AOW-gerechtigden zijn, zal binnen deze groep AOW’ers het anciënniteitsbeginsel gelden.

Ook na invoering van de Wet Werk en Zekerheid zal dit blijven gelden. Het afspiegelingsbeginsel blijft immers ongewijzigd. Wel wordt het extra belangrijk om de CAO te controleren. Onder de Wet Werk en Zekerheid mogen bij CAO namelijk andere regels worden gesteld voor het bepalen van de volgorde van opzegging bij het vervallen van arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische redenen. Ook mag er bij CAO een ontslagcommissie worden ingesteld.

Of de wijziging van het Ontslagbesluit een lang leven zal zijn beschoren is de vraag. Niet valt uit te sluiten dat de AOW-gerechtigden met dit onderscheid naar leeftijd worden gediscrimineerd.

Het doel dat met de wijziging wordt nagestreefd, zijnde het belang van de werknemers die zijn aangewezen op arbeid voor behoud van inkomen, lijkt op het eerste gezicht redelijk. Het is echter onzeker of de (Nederlandse) rechter danwel het Europese Hof van Justitie, zodra een AOW-gerechtigde opkomt tegen deze discriminatie, dit doel ook als rechtvaardig aanmerkt. Dat zal moeten blijken.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.