Discussiepunten tijdens het bouwproces

Verstoring en vertraging

Tijdens het bouwproces kunnen door uiteenlopende omstandigheden vertragingen of verstoringen ontstaan. Een vertraging in een specifieke fase van de bouw heeft vaak ingrijpende gevolgen voor de daaropvolgende fasen. Bovendien kan een vertraging door één partij de voortgang van werkzaamheden van andere betrokkenen, zoals nevenaannemers en onderaannemers, ernstig beïnvloeden. Door de complexe structuur van het bouwproces kunnen vertragingen leiden tot aanzienlijke financiële schade. Zo worden oplevertermijnen niet gehaald en kunnen contractuele boetes worden opgelegd.

Wanneer er sprake is van (dreigende) vertraging, is het cruciaal om je contractuele en wettelijke plichten en rechten goed te kennen. Dit stelt je in staat om tijdig te anticiperen, de impact van de verstoring te beperken en financiële gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen.

Meer- en minderwerk

In elk bouwproject kunnen onvoorziene omstandigheden of wijzigingen in de wensen van de opdrachtgever leiden tot meer- of minderwerk. Dit kan variëren van kleine aanpassingen tot aanzienlijke veranderingen in de omvang van het werk. Meerwerk ontstaat vaak wanneer de werkzaamheden uitbreiden of wijzigingen vereisen die niet in de oorspronkelijke overeenkomst zijn opgenomen. Het is belangrijk dat meer- of minderwerk goed wordt vastgelegd en afgestemd met alle betrokken partijen. Zonder duidelijke afspraken kunnen misverstanden ontstaan over de kosten, termijn en de manier waarop wijzigingen worden doorgevoerd. Het niet tijdig melden van meerwerk kan bijvoorbeeld leiden tot vertragingen in de uitvoering en de onterecht in rekening gebrachte kosten.

Bij het optreden van meer- of minderwerk is het essentieel om je contractuele rechten en verplichtingen goed te begrijpen en om snel te reageren. Het tijdig documenteren en goedkeuren van wijzigingen voorkomt discussie achteraf en draagt bij aan een soepele voortgang van het project.

Waarschuwingsplicht van de aannemer

De aannemer heeft een belangrijke waarschuwingsplicht gedurende het bouwproces. Dit betekent dat de aannemer verplicht is om de opdrachtgever onmiddellijk te informeren wanneer hij constateert dat het werk niet volgens de afgesproken voorwaarden kan worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij onvoorziene omstandigheden, vertragingen, of bij het ontstaan van meer- of minderwerk dat niet vooraf was voorzien.

Wanneer de aannemer zijn waarschuwingsplicht niet nakomt, kan hij mogelijk aansprakelijk worden gesteld voor de extra kosten of schade die daardoor ontstaat. Het is daarom van cruciaal belang dat de aannemer proactief communiceert en de opdrachtgever in een vroeg stadium op de hoogte stelt van eventuele problemen.

Retentierecht

Wanneer een opdrachtgever weigert te betalen, kan de aannemer zich beroepen op zijn retentierecht. Dit recht stelt de aannemer in staat om het werk in zijn bezit te houden totdat de opdrachtgever heeft betaald. Het retentierecht biedt de aannemer dus zowel zekerheid over de betaling als een krachtig pressiemiddel om de opdrachtgever tot betaling aan te zetten.

Het inroepen van het retentierecht is echter niet zonder voorwaarden. De aannemer moet zorgvuldig handelen en mag dit recht alleen aanroepen wanneer hij daadwerkelijk gerechtigd is om het werk vast te houden. Als achteraf blijkt dat ten onrechte een beroep is gedaan op het retentierecht, kan dit ernstige financiële gevolgen hebben en leiden tot schadeplichtigheid. Het is dus van groot belang dat het retentierecht alleen op de juiste wijze wordt ingeroepen, om juridische en financiële risico's te vermijden.

Vragen over discussiepunten in de bouw?

Ben je benieuwd hoe wij jou kunnen helpen om discussiepunten te voorkomen of op te lossen? De bouwrechtadvocaten van JPR helpen je graag verder.