Philips vs. Lidl: inbreuk op de vormgeving van scheerapparaten?

Yaşar Bayram

De Hoge Raad heeft zich in juli uitgelaten over een zaak tussen Philips en Lidl over de uiterlijke vormgeving van scheerapparaten. Philips stelt dat Lidl met een van haar scheerapparaten inbreuk maakt op de auteursrechten van scheerapparaten van Philips. In hoger beroep oordeelt het gerechtshof dat er geen sprake was van een inbreuk. Tegen deze uitspraak van het gerechtshof is Philips in cassatie gegaan. In deze blog vertellen we je er meer over.

Wat speelde er?

Sinds 2016 verkoopt Lidl een scheerapparaat van het merk Silvercrest. Philips stelt dat dit scheerapparaat inbreuk maakt op haar auteursrechten op de ST3D. Ook stelt Philips dat de Silvercrest een slaafse nabootsing is van het apparaat van Philips. In deze procedure vordert Philips onder meer een aan Lidl op te leggen verbod om de Silvercrest te verkopen. 

Zowel de rechtbank als het gerechtshof (in hoger beroep) stellen Philips in het ongelijk. Voordat Philips in 2010 de ST3D op de markt had gebracht, had het bedrijf een ander Arcitec scheerapparaat geïntroduceerd. Volgens Philips is de ST3D een verdere evolutie van de Arcitec en dus een auteursrechtelijk beschermde ‘bewerking’. 

Volgens het gerechtshof zijn de verschillen tussen de ST3D en de eerdere Arcitec zo klein dat de ST3D geen zelfstandig (auteursrechtelijk beschermd) werk is in de zin van de Auteurswet. De ‘oorspronkelijkheid’ van de eerdere Arcitec kan niet bijdragen aan de ‘oorspronkelijkheid’ van de ST3D. De enige verschillen tussen de producten zijn volgens het gerechtshof technisch bepaald. Daarom geniet de ST3D geen auteursrechtelijke bescherming. 

Kortom, de Silvercrest maakt geen inbreuk op de auteursrechten van Philips. Het gerechtshof oordeelt verder dat zelfs al zou er sprake zijn van auteursrechtelijke bescherming, de Silvercrest niet onder de beschermingsomvang valt. Bovendien is volgens het gerechtshof geen sprake van slaafse nabootsing door Lidl.

Wat was het oordeel van de Hoge Raad?

Bij de Hoge Raad klaagt Philips onder meer over het oordeel dat de ‘oorspronkelijkheid’ van de Arcitec niet kan bijdragen aan de ‘oorspronkelijkheid’ van de ST3D. Ook klaagt Philips over het oordeel dat de vormgeving van de ST3D onvoldoende ‘oorspronkelijk’ is. 

Bij de beoordeling of de ST3D (als bewerking van de eerdere Arcitec) een (zelfstandig) auteursrechtelijk werk is, had het gerechtshof volgens Philips ook de creatieve keuzes die waren gemaakt ten aanzien van het eerdere Arcitec scheerapparaat in aanmerking moeten nemen. In plaats daarvan zou het gerechtshof ten onrechte de creatieve keuzes van dat eerdere apparaat in mindering hebben gebracht op de ST3D.

Volgens de Hoge Raad kan de maker van de bewerking (de ST3D in dit geval) geen rechten ontlenen aan de auteursrechtelijk beschermde trekken die hij overneemt van het oorspronkelijke werk (de eerdere Arcitec). Dit volgt uit het samenstel van de artikelen 13 en 10 lid 2 van de Auteurswet. Het auteursrecht van Philips is daardoor beperkt tot de auteursrechtelijk beschermde trekken die zij toevoegt aan de eerdere Arcitec. 

Wanneer het auteursrecht op het oorspronkelijke werk en dat op de bewerking in één hand zijn, kan de auteursrechthebbende beide auteursrechten inroepen tegen een derde die inbreuk maakt op deze auteursrechten. Dit betekent alleen niet dat het auteursrecht op de bewerking, ook het auteursrecht op het oorspronkelijke werk omvat. Bovendien kan de oorspronkelijkheid van het originele werk daarom niet bijdragen aan de oorspronkelijkheid van de bewerking.

Ter beantwoording van de vraag of aan de ST3D als bewerking van de Arcitec auteursrechtelijke bescherming toekomt, moet daarom worden beoordeeld of de ST3D voldoet aan de auteursrechtelijke ‘werktoets’. Dit betekent dat de ST3D een eigen, oorspronkelijk karakter moet hebben. Ook moet het een persoonlijk stempel van de maker dragen. De ST3D moet dus een eigen intellectuele schepping van de maker zijn. Het gerechtshof heeft volgens de Hoge Raad dan ook terecht onderzocht of de verschillen tussen de ST3D en de Arcitec voldoen aan de werktoets. 

Subsidiair had Philips bij het gerechtshof aangevoerd dat voor zover de ST3D niet auteursrechtelijk is beschermd, de Silvercrest inbreuk maakt op de auteursrechten ten aanzien van de eerdere Arcitec. Philips klaagt in cassatie dat het gerechtshof deze grondslag niet heeft betrokken bij de uitleg van de vorderingen van Philips. De Hoge Raad gaat hierin mee en oordeelt dat het gerechtshof zijn oordeel onvoldoende heeft gemotiveerd. De eerdere Arcitec voldoet namelijk wel aan de werktoets. Voor de vraag of de Silvercrest inbreuk maakt op auteursrechten van Philips, moet daarom worden gekeken of deze valt binnen de beschermingsomvang van de Arcitec.

De Hoge Raad verwijst het geding daarom naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe beoordeling. De kwestie wordt dus nog vervolgd. 

Heb je vragen over de bescherming van productvormgeving? Neem dan gerust contact op met onze specialisten.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.