Arbeidsrecht
7 september 2023

Opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd

Sjoerd van der Vegt

Het bereiken van de AOW of pensioengerechtigde leeftijd levert een grond op om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Toestemming van het UWV is dan niet nodig. De werkgever kan slechts eenmalig van deze mogelijkheid gebruik maken. Voorwaarde is bovendien dat de arbeidsovereenkomst is ingegaan vóór de AOW of pensioengerechtigde leeftijd. 

Dit lijkt duidelijk, maar toch ontstaat in de praktijk vaak discussie. Zo heeft De kantonrechter Breda hier recent weer een beschikking over gewezen.

Aanleiding voor de discussie

Veel arbeidsovereenkomsten en CAO’s kennen een zogenoemd pensioenontslagbeding. In dit beding staat vermeld dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt met ingang van de AOW of wellicht de pensioengerechtigde leeftijd.

Het komt voor dat een werknemer vervolgens doorwerkt. Vroeg of laat wenst de werkgever de arbeidsovereenkomst dan toch te beëindigen. De werkgever zegt de arbeidsovereenkomst op, zonder toestemming van het UWV. De werknemer roept de nietigheid van de opzegging in. Door het einde van rechtswege is de arbeidsovereenkomst immers aangegaan ná de AOW of pensioengerechtigde leeftijd. Toestemming van het UWV was wél vereist. De werkgever zal echter zeggen dat de arbeidsovereenkomst (als zodanig) al bestond vóór de AOW of pensioengerechtigde leeftijd. De werkgever heeft gebruikgemaakt van de eenmalige mogelijkheid om zonder toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst op te zeggen, met of na het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd.

Wat wordt met de arbeidsovereenkomst bedoeld: de doorlopende relatie of het betreffende contract?

Beoordeling door de kantonrechter Breda

Op basis van artikel 7:668 lid 4 BW heeft de werkgever eenmalig de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De gedachte achter deze bepaling is om een werknemer te kunnen laten doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 

De bevoegdheid vervalt niet bij een einde van de arbeidsovereenkomst van rechtswege. Van een eerdere opzegging is geen sprake geweest.  De eenmalige opzeggingsmogelijkheid is niet verbruikt.

Andere uitspraken waarnaar de kantonrechter Breda verwijst

De kantonrechter Haarlem oordeelt als een arbeidsovereenkomst wordt voortgezet na een einde van rechtswege, dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst die is ingegaan vóór de pensioengerechtigde leeftijd.

Hoewel de kantonrechter Breda een uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam aanhaalt, betreft het een ander feitencomplex. 

De kantonrechter Amsterdam wijst later in 2020 weer een uitspraak over het pensioenontslagbeding waarin zij een duidelijk onderscheid maakt tussen de arbeidsovereenkomst en de arbeidsrelatie. Op basis van de wetsgeschiedenis dient het woord arbeidsovereenkomst te worden uitgelegd als arbeidsrelatie. 

De kantonrechter Amsterdam oordeelde in 2016 vergelijkbaar.  Dogmatisch is het verdedigbaar dat sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst die is aangegaan na het bereiken van de pensioenleeftijd. Feitelijk hebben partijen geen uitvoering gegeven aan het beding en is sprake van een voortgezette arbeidsovereenkomst.

Verder is een uitspraak van het hof Den Bosch uit 2016 relevant. De toevoeging “die is ingegaan voor het bereiken van een tussen partijen overeengekomen leeftijd” stond in 2015 anders in de wet. Toen luidde de toevoeging: “indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor het bereiken van die leeftijd. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat deze toevoeging uitsluitend is bedoeld om onduidelijkheden weg te nemen. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. 

Beoordeling op basis van (lagere) rechtspraak duiden de woorden “met het ingaan/aangaan van de arbeidsovereenkomst” op de arbeidsovereenkomst als relatie en niet op de arbeidsovereenkomst als contract. 

Een ongebruikt pensioenontslagbeding staat dan niet in de weg van een latere opzegging van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 4 BW. Toestemming van het UWV is dan niet nodig. Deze beoordeling sluit aan bij de kennelijke bedoeling van de wetgever, maar lijkt strijdig met andere wettelijke bepalingen uit het arbeidsrecht.

Een werkgever dient een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die volgt op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, op te zeggen. Dit volgde eerst uit de rechtspraak en volgt inmiddels uit de wet. Deze regel geldt niet als de arbeidsovereenkomst is geëindigd door een pensioenontslagbeding of door opzegging in verband met of na het bereiken van de AOW of pensioengerechtigde leeftijd. Deze bepaling die ook ziet op de gevolgen van het bereiken van de AOW of pensioengerechtigde leeftijd ziet uitdrukkelijk wel op de arbeidsovereenkomst als contract en niet op de relatie als zodanig.

Van de opzeggingsmogelijkheid zonder toestemming van het UWV in verband met of na het bereiken van de AOW of pensioengerechtigde leeftijd mag slechts eenmaal gebruik worden gemaakt. Deze eenmalige mogelijkheid volgt niet expliciet uit de wetsbepaling. Impliciet volgt deze voorwaarde wel uit de wet. De op te zeggen overeenkomst moet immers zijn ingegaan vóór het bereiken van een tussen partijen overeengekomen datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Dit duidt op de arbeidsovereenkomst als contract en niet als relatie. Door het begrip arbeidsrelatie in het kader van de uitleg van deze wettelijke bepaling als relatie uit te leggen, kan immers oneindig gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid. Dogmatisch lijken de uitspraken in strijd met het systeem van het arbeidsrecht. 

Tips voor de praktijk 

Het betreft hier overwegend lagere rechtspraak. De literatuur geeft een wisselend beeld over de juistheid van deze oordelen en dogmatisch lijkt het niet juist te zijn.

Het niet opnemen van een pensioenontslagbeding, vermijd in ieder geval discussie. Als werkgever kun je dan te allen tijde na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd de arbeidsovereenkomst opzeggen. 

Heb je wel een pensioenontslagbeding en is de bedoeling dat de werknemer doorwerkt? Sluit dan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze eindigt van rechtswege. Voor AOW-gerechtigden is de ketenregeling bovendien ruimer. In een periode van 48 maanden kunnen zes arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten.

Wil je een pensioenontslagbeding opnemen in een arbeidsovereenkomst? Bedenk dan dat de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioengerechtigde leeftijd niet dezelfde leeftijd zijn. De AOW-gerechtigde leeftijd is wettelijk bepaald. Daarnaast is het afhankelijk van de geboortedatum en kan de AOW-gerechtigde leeftijd stijgen. De pensioengerechtigde leeftijd ligt vast in de pensioenregeling. Het ligt doorgaans ná de AOW-gerechtigde leeftijd, maar is flexibel naar keuze van de werknemer.

Heb je vragen over het pensioenontslagbeding? Bekijk dan onze pagina over arbeidsrecht voor meer informatie of neem contact met ons op. We helpen je graag! 

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.