Medisch beroepsgeheim en medische machtiging van patiënt

Niek Borm

In deze blog brengen wij je graag op de hoogte van een actuele zaak. De rechtbank heeft namelijk prejudiciële vragen gesteld omtrent het medisch beroepsgeheim. Het ging met name om de noodzaak van een medische machtiging van patiënt. 

Drie prejudiciële vragen

De rechtbank heeft op 21 maart 2022 drie prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld (Rb. Rotterdam 10 april 2020, ECLI:NL:RBOT:2022:8103). Na aanpassing door Hartlief luiden deze als volgt:

  1. Mag een ziekenhuisjurist en/of schadebehandelaar/jurist van de verzekeraar in het kader van de buitengerechtelijke afhandeling van een claim zonder toestemming van de patiënt en zelfs ondanks de kenbare bezwaren van de patiënt kennis nemen van medische gegevens? In hoeverre spelen daarbij beginselen als die van proportionaliteit en subsidiariteit een rol?
  2. Indien toestemming van de patiënt is vereist in de buitengerechtelijke fase, op basis van welke grondslag(en) dient de toestemming dan gegeven te worden? Op welke concrete door de medisch adviseur en de juridische adviseur te verrichten handelingen dient die toestemming betrekking te hebben? Zijn er nog andere in aanmerking te nemen omstandigheden die van belang kunnen zijn voor (de reikwijdte van) die toestemming?
  3. Kan van een ziekenhuis dat door een patiënt aansprakelijk is gesteld in verband met een medische behandeling, worden verlangd dat het in de buitengerechtelijke fase een standpunt inneemt omtrent aansprakelijkheid indien de patiënt zich ertegen verzet dat een door of ten behoeve van de medisch hulpverlener ingeschakelde ziekenhuisjurist en/of schadebehandelaar/jurist van de verzekeraar kennis neemt van de medische gegevens?

De zaak waar de vragen over gesteld zijn

In deze zaak heeft patiënte bij het ASZ een kijkoperatie ondergaan, uitgevoerd door een chirurg. Tijdens deze operatie is de darm van patiënte geperforeerd. Daarvoor stelt patiënte het ASZ aansprakelijk. Het ASZ heeft patiënte verzocht om een medische machtiging te ondertekenen. Patiënte heeft alleen toestemming gegeven om de medische informatie ter beschikking te stellen aan de medisch adviseur. Wil de medisch adviseur informatie ‘laten verwerken door andere personen’? Daarvoor moet eerst aan haar advocaat toestemming worden gevraagd.

In antwoord op de prejudiciële vragen concludeert advocaat-generaal Hartlief dat het medisch beroepsgeheim soms in de weg staat. Bijvoorbeeld wanneer zonder toestemming van de patiënt medische gegevens worden gedeeld ten behoeve van de buitengerechtelijke afwikkeling van een medische aansprakelijkheidsclaim. Dit geldt voor het delen van medische gegevens aan een ziekenhuisjurist, Het geldt ook voor het delen van medische gegevens aan een schadebehandelaar of jurist van een verzekeraar (r.o. 6.2).  

Medische machtiging nodig

De grondslagen van de vereiste toestemming van een patiënt zijn art. 88 Wet BIG, art. 7:457 lid 1 BW, art. 8 EVRM en art. 9 AVG (r.o. 6.4).  Voor het delen van de medische gegevens is dus een medische machtiging nodig van de patiënt. In deze machtiging geeft de patiënt het ziekenhuis/arts gerichte toestemming. De voor de aansprakelijkheidsclaim relevante medische gegevens mogen gedeeld worden met specifieke functionarissen (ziekenhuisjurist, medisch adviseur, jurist verzekeraar).

Weigert de patiënt een gerichte medische machtiging af te geven? Dan zal het ziekenhuis doorgaans geen gedegen inhoudelijk standpunt kunnen innemen. De jurist (van het ziekenhuis of van de verzekeraar) kan dan geen kennis nemen van de relevante medische informatie.

Het ziekenhuis is volgens Hartlief echter nog steeds verplicht om een inhoudelijk standpunt in te nemen. Dat zal immers niet redelijk zijn. Is de patiënt bereid om een medische machtiging te verstrekken waarmee het ziekenhuis en/of de verzekeraar ‘uit de voeten’ kan? Of zendt de patiënt zelf het medisch dossier of relevante delen daaruit toe aan de medisch adviseur van de verzekeraar? Dan kan van het ziekenhuis een inhoudelijk standpunt wel degelijk worden verlangd.(r.o. 6.8). Voor nu moet het oordeel van de Hoge Raad worden afgewacht. 

Deze blog is geschreven in samenwerking met Mae Timmer.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.