Privacy-recht
30 mei 2023

Automatisch schadevergoeding bij schending AVG?

Leonie Ouwersloot-Koster

Schadevergoeding wegens een inbreuk op de AVG is al tijden een relevant onderwerp. In onze digitale samenleving geeft bijna iedereen voortdurend allerlei soorten gegevens over zijn persoon en identiteit door. Net als gegevens over andere mensen. Betreft het puur privé-activiteiten? Dan is de mogelijke aansprakelijkheid hiervoor gebaseerd op de aansprakelijkheidsbepalingen van het Burgerlijk Wetboek. Gaat het echter om de uitwisseling van persoonsgegevens? Dan komt de AVG om de hoek kijken. Artikel 82 bepaalt hier de schadevergoeding door een schending van de AVG. Er heerst echter al een tijd onduidelijkheid over wanneer iemand nou precies recht heeft op zo’n schadevergoeding. Op 4 mei 2023 is hier een antwoord op gegeven. Deze blog gaat over een arrest van Het EU-Hof met prejudiciële vragen. Die waren gesteld met betrekking tot de schadevergoeding van artikel 82 AVG.

De zaak in het kort

De zaak betreft een Oostenrijks postbedrijf, genaamd Österreichische Post.

Het bedrijf maakt verschillende ‘doelgroepen’. aan de hand van gegevens. Ze gebruiken een algoritme, waarbij gekeken wordt naar de politieke voorkeur van de Oostenrijkse bevolking. Daarbij worden ook de sociale en demografische gegevens meegenomen. Deze gegevens worden op zijn beurt weer verkocht aan organisaties. Zij kunnen hiermee reclame voor de juiste doelgroep maken.

Österreichische Post heeft persoonsgegevens verwerkt waaruit zij heeft afgeleid dat de verzoeker in het hoofdgeding een hoge affiniteit had met een bepaalde Oostenrijkse politieke partij.

De verzoeker had geen instemming verleend om deze gegevens te verwerken. Daarom stelt deze vervolgens een vordering in van EUR 1000,- wegens immateriële schade. De verzoeker zegt ‘verlies aan vertrouwen’ en een ‘gevoel van vernedering’ te hebben opgelopen nadat verzoeker ‘gelinkt’ is aan deze politieke partij.

De verwijzende rechter heeft vraagtekens bij het door Österreichse Post aangevoerde standpunt. Het bedrijf vindt dat een dergelijke vergoeding alleen kan worden toegekend indien de inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens bijzonder ernstige schade heeft veroorzaakt.

Uiteindelijk komt de zaak bij de hoogste federale rechter in Oostenrijk (Oberste Gerichtshof). Die stelt in 2021 prejudiciële vragen aan het Hof.

De prejudiciële vragen

De uiteindelijk gestelde drie prejudiciële vragen zijn de volgende:

  1. Vereist de toekenning van schadevergoeding op grond van artikel 82 AVG naast een inbreuk op de bepalingen van de AVG ook dat de eisende partij schade heeft geleden, of is het genoeg dat er inbreuk op bepalingen van de AVG is als zodanig voor de toekenning van schadevergoeding?
  2. Bestaan er voor de berekening van de schadevergoeding naast de beginselen van doeltreffendheid en gelijkwaardigheid andere Unierechtelijke bepalingen (is het schadebegrip op Europees niveau gedefinieerd)?
  3. Is een drempelwaarde qua ernst van de schade verenigbaar met het Unierecht?
    Het Hof beantwoord de prejudiciële vragen als volgt.

De eerste prejudiciële vraag – Hof: artikel 82 AVG geeft geen automatisch recht op schadevergoeding

Artikel 82 lid 1 van de AVG vereist voor de toekenning van een schadevergoeding een inbreuk op de AVG, geleden schade en een causaal verband tussen die inbreuk en de geleden schade. Hiermee wordt dus niet bedoeld dat er ook zonder geleden schade een automatisch recht op schadevergoeding bestaat: er moet immers worden voldaan aan de andere twee vereisten (r.o. 33).  

De tweede prejudiciële vraag – Hof: er is geen Europees gedefinieerd schadebegrip

De AVG omvat geen regel over hoe de schadevergoeding moet worden vastgesteld. Het Hof bepaalt dat het aan de nationale rechter van de lidstaten is om regels op te stellen met betrekking tot het vaststellen van de schadevergoeding, waarbij wel gekeken moet worden naar het “doeltreffendheidsbeginsel” en het “gelijkwaardigheidsbeginsel”. (r.o. 54). Het Hof stelt dat moet worden benadrukt dat artikel 146 AVG, zesde volzin, doelt op een “volledige en daadwerkelijke vergoeding van de geleden schade”. Wanneer er sprake is van daadwerkelijke en volledige vergoeding, hangt af van of op grond van de verordening de volledige en daadwerkelijke schade kan worden vergoed en het dus niet slechts een punitief karakter heeft (r.o. 58)

De derde prejudiciële vraag – Hof: er geldt geen drempelwaarde voor geleden schade

Met betrekking tot een drempelwaarde voor geleden schade oordeelt het Hof dat in de eerste plaats het begrip “schade” in de AVG niet omschreven wordt. In artikel 82 AVG is alleen bepaald dat zowel “materiële schade:” als “immateriële schade” recht kan geven op een vergoeding. Hierbij wordt géén drempelwaarde gehanteerd. (r.o. 45). Degene die schade heeft geleden moet wél bewijzen dat de inbreuk op de AVG wel degelijk leidt tot schade. (r.o 50). Dit is vooral relevant bij de zogenoemde “strooischade” waarbij het om collectieve schade gaat. De individuele schade is daar klein, maar alles bij elkaar opgeteld kan wél leiden tot een grote schadepost. Een relevante overweging dus.

Praktische gevolgen

Uit deze uitspraak van het Hof komt naar voren dat een inbreuk op de AVG niet direct leidt tot het recht op schadevergoeding. Er is geen vereiste dat de geleden immateriële schade een bepaalde ‘drempelwaarde’ van ernst moet hebben om recht op schadevergoeding te verlenen. De schadevergoeding moet worden vastgesteld door middel van regels van de nationale wet.

Het Hof heeft geoordeeld dat het schadebegrip een kwestie voor de nationale rechter is. Daarom kan in Nederland gekeken worden naar het civiele schadevergoedingsrecht. Als er sprake is van immateriële schade wordt er gekeken naar artikel 6:106 BW. Op grond van het EBI-arrest moet er dan sprake zijn van ofwel een aantoonbaar geestelijk letsel of andere schendingen van bepaalde aard en ernst.

Kortgezegd: degene die schade heeft geleden moet kunnen aantonen dat deze schade is geleden. Een ‘persoonsaantasting’ is een hoge maatstaf. Deze lijn vloeit voort uit de rechtspraak: ABRvS 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:230.  Deze maatstaf wordt bij een schending van de AVG niet snel aangenomen.

Heb je een vraag over schade op grond van de AVG? Neem dan contact op met onze advocaten die gespecialiseerd zijn op dit gebied.

Deze blog is geschreven door Eva Lammers, stagiaire.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.