Vastgoedrecht
8 juli 2013

Het voorgeschreven fabricaat

JPR advocaten
Het voorgeschreven fabricaat | JPR Advocaten

Het blijft voor opdrachtgevers verleidelijk om in het bestek fabricaten voor te schrijven van een bepaalde firma. In beginsel is dat niet toegestaan. Dat is alleen toegestaan indien een aanbestedende dienst er niet in slaagt zijn eisen middels technische specificaties en in termen van prestatie-eisen en functionele eisen te beschrijven. Dit volgt onder meer uit artikel 23 BAO en de artikelen 2.5.9 en 2.5.10 ARW 2005. De vermelding van het fabricaat dient dan vergezeld te worden van de woorden “of gelijkwaardig”.

Recent (LJN CA1157) hield een aanbesteder een aanbesteding voor een opdracht tot onder meer het controleren en onderhouden van verlichtingsinstallaties en het herstellen van storingen en schades aan die installaties. Het gunningscriterium was de laagste prijs. Op de aanbesteding was de ARW 2005 van toepassing verklaard. In het bestek werd een fabricaat voorgeschreven middels de tekst: “Lichtmast van staal verzinkt, van de firma (Naam Firma)”. Twee inschrijvers waren van mening dat door het op deze wijze voorschrijven van fabricaat de aanbesteding niet in stand kon blijven. De aanbesteder voerde ter verweer aan dat de lichtmasten waren voorgeschreven om economische redenen. Het merendeel van de lichtmasten in het werkgebied zou namelijk afkomstig zijn van diezelfde fabrikant. Het plaatsen van lichtmasten van een ander merk zou technische problemen kunnen opleveren.

De voorzieningenrechter was van mening dat er geen sprake was van een toelaatbare uitzondering op het verbod van het voorgeschreven fabricaat. Ten eerste had de aanbestedende dienst de vraag of er “of gelijkwaardig” mag worden gelezen in de nota van inlichtingen ontkennend beantwoord. Hierdoor kon de uitzondering zich volgens de voorzieningenrechter al niet meer voordoen. Daar kwam bij dat er kennelijk in het werkgebied al lichtmasten van andere merken stonden. De voorzieningenrechter achtte niet aannemelijk dat zich met lichtmasten van een ander merk storingen zouden voordoen.

De Voorzieningenrechter overwoog tenslotte dat de aanbestedende dienst door het op deze wijze voorschrijven van fabricaat de mededinging op de markt ondergeschikt gemaakt heeft aan haar voorkeur en de facto heeft uitgeschakeld. De aanbesteding kon hierom niet in stand blijven. Voor zover de aanbesteder de opdracht als nog wenst uit te laten voeren, dient zij over te gaan tot heraanbesteding daarvan.
Onder de huidige Aanbestedingswet zal het oordeel van de Voorzieningenrechter gelijk zijn uitgevallen.

Gerelateerde berichten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang als eerste alle relevante juridische ontwikkelingen.